Training Persoonlijke Effectiviteit

Alles over de 3P-Methode

De kernstrategie van de training om tot verandering te komen wordt in dit gedeelte uitgelegd.

Op deze manier kunt u een goed beeld krijgen over hoe een training is opgebouwd: “what you see, is what you get”.

Eerste P: Praktijk

Knelpunten

Elke trainingsdag begint met de inbreng van gespreksonderwerpen door de deelnemers, bijvoorbeeld een conflict op het werk. Deelnemers reageren hierop over en weer met visies, oplossingen, adviezen of met het stellen van vragen. Eigen visies van deelnemers kunnen op die manier aan die van anderen worden getoetst. Op dit niveau is een groep vooral kennisgericht met elkaar bezig. Omdat kennis een belangrijke sleutel vormt tot verandering, geeft de trainer ook zijn advies of legt hij de voor de desbetreffende casus toepasbare theoretische inzichten (bijvoorbeeld communicatietheorie) uit.
Naast deze discussies wordt door middel van vaardigheidsoefeningen, het houden van presentaties over het groepsproces en het werken met een acteur aanvullend gewerkt aan de ontwikkeling van het praktische niveau van de deelnemer.

Tweede P: Proces

Persoonlijke Effectiviteit & Communicatie

De meeste leerpunten hangen samen met onze attitude. De trainer schakelt daarom geregeld naar het procesniveau om deelnemers bewust te maken van hun communicatiestijl en impact op dat moment.
De gesprekken in de groep maken immers zichtbaar hoe iemand communiceert: houdt een deelnemer zijn mening sterk vast of laat hij deze snel los; is hij geduldig als iemand hem niet snapt, leeft hij zich goed in de ander in of blijft hij zijn eigen denkspoor volgen; neemt hij snel het woord of stelt hij zich afwachtend op. De stijl van presentatie en communicatie vormt de belangrijkste bron van informatie die zal worden gebruikt om de deelnemer feedback te geven. Door de interventies van de trainer wordt de deelnemer zich bewust van de effecten die hij bij anderen oproept of in gang zet.
Door het doorlopend schakelen tussen inhoud en proces gaan deelnemers gaandeweg bewuster op elkaar reageren. Bijvoorbeeld: ze gaan meer op de boodschap achter de woorden en lichaamstaal letten en doelgerichtere vragen stellen, waardoor men sneller tot de kern van een probleem komt. Aangezien gevoel en intuïtie daarin een belangrijke rol spelen, leert de deelnemer gaandeweg zorgvuldiger naar zijn eigen gevoelens te luisteren.
De trainer geeft -waar nodig- theoretische instructie en scherpt communicatietechnieken aan. De deelnemer wordt aangemoedigd dit alles direct in het groepsgesprek toe te passen. Deze oefening wordt als realistischer ervaren dan het doen van rollenspellen, die uiteindelijk hetzelfde doel hebben. Bovendien onthoudt de deelnemer beter dat wat direct blijkt te werken. De impact van nieuw gedrag wordt overigens direct bij medecursisten getoetst.
Hij zal daarmee van het stadium ‘onbewust onbekwaam’, geleidelijk kunnen doorgroeien naar het stadium ‘bewust bekwaam’. Daarbij vormen de door de deelnemers zelf ingebrachte casussen de rode draad in de gesprekken.
Er is een één-op-één-relatie tussen gedrag binnen en buiten de groep. Hierdoor zijn veranderingen buiten de groep toetsbaar aan de hand van veranderingen binnen de groep. Kortom, verandering komt niet alleen doordat de deelnemer òver zijn knelpunten praat en daarop adviezen krijgt aangereikt. De meest solide verandering treedt op door de verandering van het gedrag vanuìt zijn opstelling binnen de groep.
Nadat de trainer heeft stilgestaan bij Proces kan worden teruggeschakeld naar het gespreksonderwerp (Praktijk) of doorgeschakeld naar Persoon.

Derde P: Persoon

Opheffen van hindernissen

Misschien ervaart een deelnemer dat er ondanks goede voornemens en adviezen niet echt iets verandert. Dan is er wellicht op ‘dieper’ niveau sprake van een blokkade in de manier van denken over zijn situatie, collega of zichzelf. Met behulp van technieken uit o.a. Provocatief Coachen (Farrelly), Rationeel-Emotieve Training (Ellis) en Emotionally Focussed Therapy (Sue Johnson) verandert de houding van de deelnemer ten aanzien van zijn persoonlijke knelpunten. Tenzij de deelnemer dit niet wenst, zal de trainer hier net zo vaak als nodig bij stilstaan totdat deze blokkade is overwonnen.
Er gaat een sterke voorbeeldfunctie uit van deze ‘individuele’ coachingssessies binnen de groep naar overige deelnemers. Hoe persoonlijker een vraagstuk, des te algemener dit blijkt te zijn. Het met elkaar delen van persoonlijke ervaringen en het krijgen van feedback blijkt een sterke motor tot verandering te zijn.
Na dit soort coachingssessies zal de trainer, temidden van welke fase dan ook, plotseling een deelnemer op provocatieve wijze kunnen herinneren aan zijn voornemen om te veranderen. Deze tussendoor speldenprikjes blijken zeer effectief in het verleggen van grenzen.
Het betrekken van het Persoonlijke niveau binnen de training leidt hierdoor tot een aanzienlijke versnelling van het leerproces.
Soms echter kunnen blokkades ook diepgewortelder blijken te zijn. Eerdere (negatieve) ervaringen uit recente of vroegere verleden kunnen een belangrijke invloed hebben op het gedrag van de deelnemer, zelfs zonder dat hij zich daarvan bewust is. In zoverre dit past binnen de groepstraining zal de trainer de deelnemer op een praktische manier helpen om dit soort blokkades te hanteren. In sommige situaties kan aanvullende individuele coaching buiten de groep om, een gewenste optie zijn (zie Intakegesprek).
Na de Persoonlijke fase kan de trainer terugschakelen naar een ander Proces of naar Praktijk.